- salempouris
- salop(pe)
- sargie de ni(e)m(es)
- schamele jongen
- scharp (sjerp)
- scheepjesschelling
- schelpkom, -schaal etc.
- schepenschelling
- scherp (sjerp)
- schoenmakerspen of -pin
- schoenblad
- schortkandelaar
- schrijfhaak
- schrijfhout
- schulpkom -schaal etc.
- zetlijn
- serge de ni(e)m(es)
- sjerp
- zijtuig
- zijzilver
- zilver op zij
- zilveren rijder
- Sinterklaasprent
- Sinterklaasvorm
- slaai
- slaag
- slab(be)
- slagel
- slagzwaard
- slechteg
- sleef
- slegel
- sleg(ge)
- slei
- slichteg
- slief
- slijpplank
- slingerhoep
- slob(be)
- sloof
- snoeibeitel
- snoeisabel
- snoeizeis
- speeldoos
- speerhaak
- speet
- spekmouw
- spensbek
- sperma ceti (kaarsen)
- spierhaak
- spiet
- spijt
- spinsbek
- spitter
- spitlep (-lip)
- spoeling
- spoelinggoot
- spoelingpomp
- spoelingpraam
- spoelingschuit
- spoelingstuk
- spoelington
- sponton
- sporrie
- spurrie
- St. Nicolaasprent
- St. Nicolaasvorm
- steen (maat)
- stevel
- stijfel
- stilletje
- stofvarken
- strijk-weg-en-geef-wat
- stro (maat)
- stuk
- zul(d)aks
- zwaaihaak
- zwei(haak)
- zweng(el)(hout)
- zwing(hout)