Introductiepagina

Hede, spijt en werk

Ook: heede, hiede, hijde en spiet.

Hede en werk of spijt zijn restproducten die overblijven bij het hekelen van vlas en hennep, waarbij hede de eerste en spijt of werk de tweede soort is. Nog geschikt om ruwe garens van te spinnen.

De benaming spijt wordt vooral in de oostelijke gewesten gebruikt. Heede wordt in verschillende delen van het land ook gebezigd voor heide.

Samstellingen:

Hede-, spijt en werk(en)garen en -stoffen. Bijvoorbeeld in Oirschot 1692: een 'werkensaarts pul' (peluw). In Oirschot 1731: '6 ½ paar grove werken lakens'. En in Lichtenvoorde 1721: '12 pond hiedengaren'.

Spijthekel. Hekel om spijt mee te hekelen.