Introductiepagina

Eg(ge)

Ook: e(e)gde, eide.

Landbouwwerktuig bestaande uit een raamwerk voorzien van punten om kluiten fijn te maken of zaad met grond te bedekken. In veel dialecten doorgaans als e(e)gde aangeduid. Minder vaak treffen we de (overigens in het Fries gangbare) vorm 'eide' aan. (In Medemblik 1774,1; Lichtenvoorde 1767 & 1798,3.)

In inventarissen uit Lichtenvoorde en Doesburg wordt melding gemaakt van 'slichteegden', d.w.z. eggen om te slechten. In Lichtenvoorde 1821 wordt bijv. naast een 'egeegde' een 'slichteegde' onderscheiden. Onduidelijk is wat het verschil tussen deze twee typen is. Opmerkelijk is dat het WNT 'slechten' als een synoniem voor eggen opgeeft.