Introductiepagina

Kapoets(mus)

Ook: kar(re)poe(t)s.

I. Als benaming voor een geheel om het hoofdsluitende kap.

II. Een bontmuts (kapoetsmus) waarvan de randen over de oren kunnen worden geslagen. Vergelijk: klapmuts.(Karpoesmutsen in: Medemblik 1774, Maassluis 1793 en Maasland 1756,1.)